Historie van de antieke eettafel

De Franse tafel is een begrip; u denkt direct aan een lange recht toe uitgevoerde tafel vervaardigd van massief hout, vaak eiken, kersen of kastanje.

Waarom kent Nederland eigenlijk geen éénvoudige lange strakke tafels in de 18de  en 19de  eeuw?

Holland kent wel lange tafels, maar dan moet u denken aan tafels uit de Renaissance, die volledig in de stijl van die tijd zijn uitgevoerd. Dit betreft dus nog een periode in de tijd eerder. Dit waren hele kostbare meubelen, die vaak enkel in opdracht en voor de rijken vervaardigd werden.

In een later stadium, rond 1770/ 1850, werden er veel coulissentafels gemaakt. Tafels die uittrekbaar zijn en waar dan losse tussenbladen in gelegd konden worden. Deze tafels kom je veel tegen in eikenhout of mahoniehout.

In het midden van de 19de eeuw (de Biedermeier- periode) kwam de ronde  (vaak geschulpte) tafel in zwang. Deze tafel stond op één centrale poot. Soms waren deze tafels ook uittrekbaar. Bijna altijd werden deze tafels gemaakt van mahoniehout. Ook werden deze tafels uitgevoerd met stijlkenmerken uit die tijd.

De lange, massieve, éénvoudig gebouwde tafel, zonder specifieke stijlkenmerken, komt in dit verhaal echter niet voor.

De verklaring hiervoor is drieledig:

Allereerst de beschikbaarheid van massief hout. Frankrijk heeft/ had veel geschiktere bomen. In Holland werd het mahoniehout geïmporteerd, en was daarom enkel bereikbaar voor de rijkere klasse.

In Frankrijk werd de tafel vaak ook buiten gebruikt. Het klimaat leent zich daar beter voor. In Holland werd de eettafel in de chique kamer geplaatst en die bleef daar dan ook staan.

Tot slot, de beschikbaarheid van ambachtslieden. In Frankrijk waren er meer schrijnwerkers actief dan in Holland. Zij beheersten het vak van tafel maken. In Holland werd dit enkel gedaan door meubelmakers, die minder beschikbaar waren en ook duurder waren. Zij waren enkel betaalbaar voor de rijken.

Voor de mooie strakke antieke eettafel met uitstraling blijven we dus aangewezen op Frankrijk.